Mogelijk bent u Mahmoud Jouda’s ‘Een tuin voor verloren benen’ al tegengekomen. Twee keer in de krant (u weet, de krant is voor mij per definitie de NRC : in een vraaggesprek met de auteur en in een recensie, vier ballen. Of misschien wel naar aanleiding daarvan in de boekwinkel.
Maar daar stond niet bij dat de Nederlandse uitgave van deze roman uit en over Gaza onderdeel is van een project van Ingrid Rollema en uitgever Jurgen Maas om de komende jaren elk jaar een Palestijnse roman uit te brengen, liefst uit de Gazastrook maar als het moet uit de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Over beeldhouwster Ingrid Rollema en haar zeer drijvende kracht achter stichting Hope schreef ik drie jaar geleden een column. Hope brengt inmiddels al 33 jaar kunst naar de kinderen van de Gazastrook. Theater, breakdansen, schilderen, met je telefoon filmpjes maken. Met de inzet van plaatselijke kunstenaars en andere steunpilaren en financiële steun van hier. Om door aanhoudende oorlogsrondes getraumatiseerde kinderen een beetje normaal te laten zijn. Ja, óók nu, juist nu, waar mogelijk, tijdens die verschrikkelijkste oorlogsronde van allemaal, die volgens de veiligheidsadviseur van de Israëlische regering waarschijnlijk de rest van het jaar nog zal doorgaan. Ja, ik vergeet niet dat het begon met die bloedige aanslag van Hamas, maar dat maakt deze oorlog niet minder verschrikkelijk.
,,Enkele weken geleden hebben wij twee of drie weken een bioscoop gehad in Rafah. Helaas is die vorige week gebombardeerd”, appte Rollema me 30 mei. Maar er is ook goed nieuws, sinds zondag (26 mei) is de eerste pop-upschool open, mogelijk gemaakt met geld van Hope, met zeven docenten en zestig kinderen, in het gebouw van de Rode Halve Maan in Khan Younis waarheen veel mensen vanuit Rafah zijn teruggevlucht. ,,Dat zal volgende week twee keer zoveel zijn”, appte Rollema. ,,De mensen hebben hun tenten in hun eigen gebombardeerde omgeving neergezet, en zo herstelt de structuur zich min of meer.”
,,Onze breakdancers zijn heel goed bezig in Noord-Gaza. Er gebeurt enorm veel eigenlijk. Met betrokken mensen die zich steeds hergroeperen en met kinderen aan de slag gaan. Dit zijn onze helden die met onze onvoorwaardelijke steun in staat zijn hun samenleving te steunen.”
Rollema wil de buitenwereld kennis laten maken met Gaza vertelde ze me in een eerder gesprek. Dat was tot dusverre niet goed gelukt, en vandaar het boekenproject en vandaar Jouda. Er is ook literatuur in Gaza, zegt ze, niet alleen dood en vernietiging! Mahmoud Jouda’s boek, dat eerder door een Arabische uitgever in Haifa was uitgegeven, kwam als beste uit de bus tijdens gesprekken met vijf schrijvers. Het ene boek had een ingewikkeld plot, het ander was al dertig jaar oud, en zoverder.
‘Een tuin voor verloren benen’ is een roman maar leest bijna als een reportage over die vorige traumatische crisis, de Grote Terugkeermars, eind maart 2018 als burgerinitiatief begonnen en in december 2019 beëindigd door het Hamasregime dat vrij snel de regie had overgenomen zoals dat ging in het gebied. Even de feiten, waarbij ik leun op twee columns van me, aan het begin en na afloop. De mars was bedoeld als geweldloze campagne van wekelijks protest aan het afscheidingshek tussen de Gazastrook en Israël om de aandacht te vestigen op het Palestijnse recht op terugkeer en om de Israëlische blokkade opgeheven te krijgen. ,,Kloppen op de deur van de gevangenis om gehoord te worden in de wereld”, zei een van de inspiratoren, de Palestijnse schrijver Ahmed Abu Artema in februari 2019 tegen de website Gaza Unlocked.
Maar Israël zette scherpschutters aan de andere kant van het grenshek. Uiteindelijk vielen er 215 Palestijnse doden en 8.000 gewonden, aldus de VN-organisatie OCHA. Behalve op hoofden mikten die scherpschutters vooral op benen. Onder de kop ‘42 Knieën in één dag’ keek de Israëlische krant Haaretz in vraaggesprekken met zes van die scherpschutters terug op de inmiddels mislukte mars. Zij stonden nog steeds helemaal achter hun werk. ,,Als wij er niet waren geweest, hadden de terroristen geprobeerd het hek te passeren.”
‘Een tuin voor verloren benen’ gaat over de slachtoffers en die benen die eenmaal met dumdumkogels aangeschoten vaak moesten worden geamputeerd. De schrijver droomt over zijn vriend Hassan die de verweesde ledematen in een tuin begraaft, met bloed als mest. Die vormden ten slotte één groot lichaam met duizenden handen, voeten, hoofden en ogen. ,,Het reuzenlichaam [..] kondigde het begin van de ultieme mars aan: de Mars van de Terugkeer naar het gestolen land.”