In Irak staat op homoseksuele contacten voortaan tien tot vijftien jaar gevangenis. Dat nieuws herinnerde me aan de berichten over vermeende homoseksuelen die onder anderen door aanhangers van de shi’itische geestelijke Muqtada Sadr van de daken werden gegooid na de Amerikaanse omverwerping van Saddam Husseins dictatuur in 2003. Over Irak wordt weinig geschreven behalve over de Iraanse invloed op shi’itische milities, en ik dacht, eens kijken hoe de lhbti-gemeenschap ervoor staat inmiddels. Spoiler alert: niet best is een eufemisme.
Er was in Irak geen wet die homoseksualiteit expliciet verbood. Bovengenoemde shi’itische milities zetten de regering het afgelopen jaar onder druk om ter bescherming van authentieke maatschappelijke waarden en tradities die leemte te vullen. Dat is nu gebeurd in de vorm van een amendement op de antiprostitutiewet van 1988. De indieners wilden de doodstraf invoeren, net zoals in de buurlanden Iran en Saoedi-Arabië allang het geval is. Een gevaar voor het land immers! Zover gaat dat amendement dus niet dat vorige maand werd aangenomen, maar waarin overigens ook prostitutie, ‘seksuele afwijkingen’ (transseksualiteit), ‘verwijfde daden’ en de woorden ‘homoseksueel’ en ‘gender’ worden verboden. Voor de leden van de Iraakse lhbti-gemeenschap verandert er niet veel. Sinds de omverwerping van Saddam Husseins dictatuur door Amerika in 2003 zijn zij vogelvrij.
Wie Irak en lhbti googelt vindt een lange lijst rapporten van mensenrechtenorganisaties over straffeloze vervolging van homoseksuelen. Vol gruwelijke details. Het van de daken gooien is voortgezet; anussen worden dichtgelijmd. Gewapende groepen ontvoeren, folteren en vermoorden mensen die zij van homoseksualiteit verdenken. Politie en leger doen mee of kijken de andere kant op.
‘Iedereen wil me dood hebben’ luidt de veelzeggende titel van het 86 bladzijden tellende rapport van Human Rights Watch van maart 2022 over moorden, ontvoeringen, foltering en seksueel geweld waarvan lhbti’ers in Irak slachtoffer zijn. Het rapport omvat interviews met 54 homoseksuelen die pogingen tot moord, ontvoering en ander geweld hebben overleefd. Ik vraag me wel af of ze vandaag nog steeds overleven, gezien de onversneden opzettelijkheid van het antihomogeweld gekoppeld aan de volstrekte straffeloosheid.
In 2015 publiceerden de Verenigde Naties in Irak (UNAMI) het rapport ‘Dying to be free, LGBT human rights violations in Iraq’ , twaalf bladzijden slechts maar even somber. Zodra iemand in Irak wordt gezien als homoseksueel loopt hij gevaar. ,,Daders van afschuwelijke mensenrechtenschendingen tegen lhbti’ers omvatten familieleden van het slachtoffer, militieleden en godsdienstige militanten uit verschillende groepen, alsmede regeringsfunctionarissen.” Niemand kan rekenen op enige bescherming tegen anti-lhbti-geweld en discriminatie.
Augustus 2009 bracht HRW het rapport ‘They want us exterminated’ uit. De titel spreekt voor zich. Dat jaar ging een campagne van moorden door het land waarbij eskaders des doods mannen eruit pikten die zij niet ,,mannelijk” genoeg vonden - ,,hoe lang een man zijn haar droeg, de pasvorm van zijn kleren kon bepalen of hij leefde of stierf”. Alweer: in een sfeer van volstrekte straffeloosheid. Lijken werden op vuilnisbelten achtergelaten of als waarschuwing in de straten opgehangen. In april van dat jaar zouden al honderden mannen zijn vermoord.
Saddam Hussein leidde een extreem repressief bewind maar homoseksualiteit werd over het algemeen oogluikend toegestaan. Vergeet niet, zijn Ba’athpartij was een seculiere, socialistische, Arabisch-nationalistische partij. Het islamitisch recht, de shari’a, voorziet in de doodstraf voor homoseksuele relaties. Maar van de shari’a moest Saddam weinig hebben hoewel hij in zijn laatste jaren de religieuze kant op ging om zijn door oorlogen en internationale sancties ernstig verzwakte bewind te redden.
Na zijn val kregen shi’itische geestelijken de wind in de zeilen. De hoogste religieuze autoriteit, grootayatollah Ali Sistani, verklaarde in 2005 in een fatwa (religieus decreet): ,,De mensen die zijn betrokken [bij homoseksualiteit] moeten op de ergste, strengste wijze worden gedood”. Maar hij verwijderde die fatwa in 2006 van zijn website, hoewel nooit is komen vast te staan of hij het decreet ook had herroepen. Muqtada Sadr (die van de daken in 2003) riep in december 2022 ,,gelovige mannen en vrouwen over de hele wereld” op samen te strijden tegen de lhbti-gemeenschap. Dit diende niet te gebeuren ,,met geweld, moorden of dreigementen maar door middel van ontwikkeling en bewustzijn, met logische en ethische methodes”. Niet veel mensen geloofden hem.
De internationale gemeenschap is ,,diep bezorgd”. Daarmee moeten de Iraakse lhbti'ers het doen.